Gerard (85) over zijn relikwie van pater Titus Brandsma

Met de heiligverklaring van de Nederlandse pater Titus Brandsma nog vers in het geheugen, werd het tijd om ons hier wat meer in te verdiepen. Onze redactie heeft contact kunnen leggen met de vijfentachtigjarige Gerard. Gerard is jaren werkzaam geweest in verschillende functies op scholen (o.a. docent economie, bestuurslid, secretaris). Daarnaast heeft hij een bijzondere connectie met de heilige pater Titus Brandsma. Gerard is zelfs in het bezit van een relikwie van de heilige Titus Brandsma!

Voordat het relikwie bij hem kwam

Voordat Gerard de relikwie bezat was deze van zijn schoonmoeder. Veertig jaar geleden, toen Gerard zesendertig jaar oud was overleed zij.  De schoonmoeder van Gerard was ernstig ziek. Ze was zo ziek dat haar darmen op een gegeven moment bijna uitpuilden. Toen ze in het ziekenhuis niets meer voor zijn schoonmoeder konden betekenen, is zij overgebracht naar een kliniek in Haarlem. De schoonmoeder van Gerard had het relikwie van Titus Brandsma altijd in de buurt, ook toen ze zo ziek was, de pater ‘was er altijd bij’. Het opvallende was dat zijn schoonmoeder in die tijd nooit pijn heeft gekend, hoewel je dat wel zou verwachten. Dit was heel speciaal voor Gerard.

De komst van een dochter

Als jongeman had Gerard nooit zo’n interesse in het relikwie. Wel was Gerard al van jongs af aan geïnteresseerd in de persoon van Titus Brandsma. Dit werd nog versterkt door de geboorte van zijn dochter Marieke, want twee jaar na haar geboorte bleek ze diabetes te hebben. Vanwege de diabetes van Marieke, was het gezin vaak in Nijmegen te vinden. Wanneer ze daar dan waren gingen ze, aangemoedigd door de schoonmoeder, dan ook vaak naar de Gedachteniskapel die gebouwd was ter nagedachtenis aan de pater, om een kaarsje op te steken en te bidden voor genezing. Dit was nog voordat Gerard zelf in bezit was van de relikwie. Gerard merkte op dat zijn schoonmoeder een rotsvast vertrouwen had in Titus Brandsma en  dat de relikwie daar ook een grote rol in speelde was duidelijk. Zijn schoonmoeder vond het ook heel erg belangrijk om het te delen met de mensen om haar heen, ook met Marieke. In de hoop dat ook zij kracht zouden putten uit de aanwezigheid van Titus Brandsma.

De relikwie in nieuwe handen

Ongeveer veertig jaar geleden kwam de relikwie echt in handen van Gerard. De schoonmoeder van Gerard was overleden en het was even onduidelijk waar het relikwie was gebleven. Opeens lag de relikwie bij hem in de kast, alsof het zo had moeten zijn. Sindsdien heeft de relikwie een belangrijke rol gespeeld in zijn leven. Gerard vertelt ons dat zijn vrouw tien jaar geleden  overleed en voor die tijd ernstig ziek was. Haar nier functioneerde niet meer waardoor zij in eerste instantie thuis aan een nierdialyse moest. Op een gegeven moment had zij meer werkzame stoffen nodig en moest zij drie keer in de week naar het ziekenhuis voor dialyse. Met de tijd warenhaar beide onderbenen geamputeerd. Eigenlijk zou de vrouw van Gerard opgenomen worden, maar dat wilde hij niet. In plaats daarvan bleef zijn vrouw tot het einde van haar leven thuis, onder de zorg van Gerard. Dit kon gelukkig omdat Gerard in zijn militaire dienst, die in die tijd verplicht was, een militaire geneeskundige opleiding had gekregen. Door zijn functie als hoofdbroeder had hij veel ervaring opgedaan. Zijn vrouw heeft dus al die tijd thuis gewoond, in de aanwezigheid van het relikwie van Titus Brandsma. Net als zijn schoonmoeder heeft de vrouw van Gerard nooit pijn gehad. Een ander opvallend detail is dat Gerard in al die jaren nooit vermoeid is geraakt van het zorgen voor zijn vrouw, ondanks het feit dat hij slechts enkele uren per nacht sliep.

Tijdens de Corona pandemie

Gerard vertelt verder. Een vriend van hem, Harry, was erg ziek van Corona en werd van het ziekenhuis in Haarlem overgeplaatst naar Alkmaar.. Toen Gerard dit hoorde heeft hij tot Titus Brandsma gebeden. Hij vroeg pater Brandsma: ‘Pater Titus Brandsma, help! Alsjeblieft, vraag het aan Jezus.’ Hij vroeg God via Titus Brandsma om voor Harry te zorgen. Plotseling ging het beter. Nog diezelfde dag mocht Harry terug naar huis omdat hij ineens zoveel beter was.

De gezondheid van zijn dochter

Drie jaar geleden heeft Marieke, de dochter van Gerard, een niertransplantatie ondergaan. Ook toen heeft zij het relikwie bij zich gehad. Hoewel het in eerste instantie slecht ging met de nier, gaat het tot op de dag van vandaag goed met de nier en met Marieke.

Even ontstaat de vraag in ons gesprek of alles echt toe te schrijven is aan het relikwie. Gerard gaf er een andere wending aan, hij vertelde dat hij in de tijden dat het slechter ging met zijn dochter zich zorgen maakte, bezorgd wende hij zich tot pater Brandsma om voorspraak, zodat Titus Brandsma bij Jezus om hulp kon vragen voor de situatie. Maar in dat soort tijden, ervoer hij bij het zien van een foto van de inmiddels heilige pater Brandsma en de blik die van hem uit ging een zacht verwijt, alsof hij zei: ‘ongelovige’. Het is een zaak van geloof die Gerard, ondanks dat hij ook nuchter is, aan deze heilige schenkt. Misschien dat Gerard, door de relikwie en dit geloof, daarom ook wel niet echt bang is om dood te gaan.

Met kinderlijke eenvoud

Wanneer wij vragen wat Gerard zo aanspreekt in Titus Brandsma, vertelt Gerard dat Titus Brandsma een zekere naïviteit had die Gerard erg aanspreekt. Als voorbeeld leest hij een een gebed van de Heilige voor:

‘O, Jezus, als ik U aanschouw,
dan leeft weer dat ik van U hou
en dat ook Uw hart mij bemint,
nog wel als Uw bijzondren vrind’.

O, laat mij hier maar stil alleen,
Het kil en koud zijn om mij heen,
En laat geen mensen bij mij toe;
’t alleen zijn word ik hier niet moe.

Want Gij, o Jezus, zijt bij mij,
Ik was u nimmer zo nabij,
Blijf bij mij, bij mij, Jezus zoet,
Uw bijzijn maakt mij alles goed.’      

‘Om zo te bidden’, zegt Gerard, ‘moet je beschikken over een heel intens geloof, ook op moeilijke momenten zoals bijvoorbeeld in het kamp.’ Daarnaast was Titus goed voor iedereen. Hij probeerde tot zijn dood de meeste mensen te helpen en positief te zijn naar de ander toe. Titus had veel empathie en begreep mensen. Dat vind Gerard iets moois en het is ook iets dat hij zelf veel probeert toe te passen in zijn leven. In zijn werk bijvoorbeeld, vond Gerard het heel belangrijk te luisteren naar mensen en empathisch te zijn. De totaalbeleving van het geloof, het leven met alles erop en eraan, zoals Titus Brandsma die ervoer vond Gerard erg mooi. Hij kan zich hier goed in vinden.

Vriendschap

Over de grenzen van de natuurlijke dood heen speelt Titus Brandsma een belangrijke rol in het leven van Gerard. Hij heeft dan ook zeker naar de heiligverklaring van zijn goede vriend gekeken. De heiligverklaring en de omgang tussen Gerard en Titus, waarbij Titus vaak gevraagd werd om voor iets te bidden, doet ons denken aan wat Jezus zei, namelijk dat onze God een God van levenden is en niet van doden. Het is mooi dat God ons wil laten delen in het leven van Jezus, dat is een geschenk aan degenen die dat willen aannemen en de Heilige Titus Brandsma heeft dat met beide handen gedaan. Omega dankt Gerard (en de heilige Titus Brandsma) voor deze mooie bijdrage en openhartigheid.

Geef een antwoord