Voor de 150e keer naar Kevelaer!
Zaterdag 27 augustus vormde een bijzondere dag voor veel Twentenaren: er werd voor de 150e keer een bedevaart ondernomen naar Kevelaer! Uit heel de regio dromden vandaag pelgrims samen in het Duitse oord, waar in 1642 Maria verscheen aan de marskramer Hendrick Busman. Deze marskramer kreeg tot drie keer toe (de aanhouder wint) de opdracht van de zoete Maagd om een kapel te bouwen. Zo geschiedde, en al gauw groeide de plaats uit tot een grote trekpleister voor pelgrims en werden er genezingen gemeld. Vooral voor Nederlanders vormde Kevelaer een toevluchtsoord: het koninkrijk Pruisen kende namelijk godsdienstvrijheid, dus mochten Katholieken hier vrijelijk hun geloof beleven. In eigen land waren zij immers tweederangsburgers en waren alle uitingen van het Rooms-Katholieke geloof verboden: een situatie die nog tot ver in de negentiende eeuw zou voortduren.
De kapel uit 1642
Kevelaer dus: in aller vroegte werd per bus vertrokken vanuit Almelo, waarna in de hele regio Twente deelnemers aan de bedevaart werden opgepikt. Een extraatje voor de enkele niet-Almelose jongeren, die zo van de omgeving konden genieten.
Aangekomen op de plaats van bestemming werd in een grote processie de tocht naar het centrum ondernomen, alwaar vicaris Cornelissen de aanwezige blaaskapel had aangespoord om het Salve Regina aan te heffen: dit lied vormde de feestelijke intocht en liet menig Rooms-Katholiek hart sneller kloppen. De plechtige Hoogmis in de middag vormde het hoogtepunt van de bedevaart. Een aantal bedevaartgangers genoot het voorrecht om te mogen dienen in de viering. Na de Mis werd op het bordes van de basiliek een mooie groepsfoto gemaakt, en vervolgens nog een speciale foto van de Almelose delegatie, ínclusief jarige bisschop!
Jarig inderdaad, want monseigneur Hoogenboom had het op zich genomen ons vandaag te vergezellen, en zo de viering van zijn 62-jarige levensjaar toe te wijden aan de heilige Maagd Maria. Wij zijn hem bijzonder erkentelijk voor zijn aanwezigheid tijdens deze dag, en wensen hem het allerbeste en nog vele, vele jaren. Tot slot kwam, na de afwisseling tussen bidden en genieten van het terras, de dag tot een einde in het Lof, waar we de Heer zelf mochten ontmoeten en Hem mochten danken dat ons deze prachtige samenkomst gegeven was. De terugreis naar Almelo bracht, onder het langdurige genot van Maria-hits via de radio, rust.