Mariaverschijningen in de katholieke kerk
Door: Daan van Schalkwijk met dank aan Paul Graas.
Het is vandaag Moederdag en dat is een perfecte dag om stil te staan bij Maria, een zeer belangrijke moeder. Maar wat nu als ze ineens verschijnt?
In katholieke huizen en kerken staan veel Mariabeelden, die vaak ook komen van een Mariaverschijning: Lourdes, Fatima, Guadeloupe. Hoe zit dat nou eigenlijk met katholieken en Mariaverschijningen?
Waar gaat het om in Mariaverschijningen?
De katholieke Kerk gelooft dat Maria met ziel in lichaam in de hemel is opgenomen. Als Jezus verrezen is, lezen we in de bijbel dat hij een “glorieus lichaam” heeft. Daarmee kan hij zó door muren heen lopen, en mensen die hem heel goed kennen, herkennen hem toch niet gelijk (bijvoorbeeld: Jn 20:14-16). Toch verschijnt Hij wel aan zijn leerlingen, en die worden daardoor gesterkt in hun geloof (bijvoorbeeld: Lc 24:16). Omdat Maria ook zo’n glorieus lichaam heeft, kan zij ook op mysterievolle wijze aan mensen verschijnen en hen sterken in hun geloof.
Waarom zijn Mariaverschijningen belangrijk?
Kardinaal Ratzinger (later Paus Benedictus XVI) zei dat God spreekt tot onze tijd via eenvoudige mensen en doormiddel van buitengewone tekenen. Onze cultuur is besmet door rationalisme en positivisme: denken dat alles meetbaar en door ons menselijk verstand begrijpbaar is. De verschijningen laten zien dat deze cultuur niet voldoende is. Er is ook nog zo iets als een openbaring van God. Die openbaring is uniek, volledig, en onovertrefbaar; dat wil zeggen: na de dood van de laatste apostel is daar niks meer aan toe te voegen. We kunnen wel na verloop van tijd de openbaring steeds beter gaan begrijpen. Maar al is de openbaring voltooid, ze niet dood. De verschijningen laten zien dat deze openbaring levend en vitaal is. (Naar The Ratzinger Report, 1985).
Zijn Mariaverschijningen essentieel voor ons geloof?
Al klinkt het een beetje raar omdat veel katholieke Mariaverschijningen belangrijk vinden, maar ze zijn niet essentieel voor ons geloof. Je mag katholiek zijn en niet geloven dat Maria verschenen is op een specifieke plek (in Fatima of Lourdes, bijvoorbeeld). De verschijningen zijn geen dogma. De catechismus van de katholieke kerk schrijft over privé openbaringen:
Zij behoren (…) niet tot de geloofsschat. Hun rol is het niet de definitieve openbaring van Christus te “verbeteren” of “aan te vullen”, maar te helpen deze voller te beleven in een bepaald tijdperk van de geschiedenis.
Daarom kunnen Mariaverschijningen ons zeker helpen om ons geloof beter te beleven. Maar ze blijven een hulp, niet de kern van de zaak. De kern is het geloof dat Jezus ons gebracht heeft, en dat door de Kerk wordt bewaard, uitgelegd, en door de sacramenten en het gebed toegepast op de gelovigen. Maria wil dat met haar verschijningen ondersteunen, niet vervangen.
Wat nou als Maria mij morgen verschijnt, gaat de kerk dat dan vieren?
Als er een nieuwe verschijning is, neemt de kerk dat niet zó maar aan. Er is een proces van onderscheiding of de verschijning echt is. De erkenning verloopt in fases. De lokale bisschop is de eerst verantwoordelijke.
1. Privé devotie. De bisschop kan een eerste onderzoek instellen, en als de persoon die de verschijning heeft gehad stabiel lijkt (geen mentale aandoening heeft) en er niets lijkt in te gaan tegen het katholieke geloof, dan kan hij toestaan dat er privé devotie kan zijn voor die verschijning. Hij kan ook toestaan dat de liturgie kan worden gevierd op de plek van de verschijning.
2. Publieke erkenning. Na verloop van tijd kan de bisschop een grondiger onderzoek instellen naar de verschijning. Weer wordt de persoon of de personen in kwestie onderzocht, en ook de inhoud van de boodschap. Daarnaast wordt gekeken wat voor vruchten de privé devotie heeft opgeleverd. Als mensen zich bekeren tot het geloof is dat bijvoorbeeld een aanduiding dat dit van God komt. Na dit grondiger onderzoek kan de bisschop publieke devotie toestaan.
3. Pauselijke erkenning. Als een verschijning internationale bekendheid krijgt, kan de Paus zich publiekelijk uitlaten over zijn positieve houding ten opzichte van de verschijningen, of de kapel gewijd aan de verschijningen bezoeken.
4. Liturgische erkenning. De hoogste graad van erkenning is dat de verschijning wordt opgenomen in de liturgische kalender. Onze Lieve Vrouw van Lourdes, Fatima, en Guadeloupe zijn hier voorbeelden van.
Wijst de kerk verschijningen dus ook af?
Jazeker, de meeste halen het eerste stadium niet eens. Soms gebruiken mensen verschijningen om hun eigen religie op te richten, zoals bij Palmar de Troya in Spanje, waar de leider zich tot paus heeft laten kronen. Daar gaat de kerk natuurlijk niet in mee…
Zijn er verschijningen die nu onderzocht worden?
Die zijn er. Er zijn de laatste tijd verschillende plekken waar Onze Lieve Vrouw wellicht is verschenen. Een paar bekenden zijn Medjugorje en Garabandal.
Wat zijn eigenschappen van een authentieke verschijning en een authentieke ziener?
Bij een authentieke verschijning is de ziener er niet naar op zoek om een verschijning te krijgen. Een echte ziener is er ook niet op uit om de aandacht op zich te vestigen. Voor de kerk is het belangrijk dat de ziener een nederige persoon is, die bovendien ook belang hecht aan de gehoorzaamheid. Zo is het namelijk duidelijk dat een persoon niet zichzelf zoekt, maar wil doorgeven wat God laat zien.