Getuigenis Isabel
Door: Isabel de Rijk
Wat betekent Christen zijn?
Hoi, ik ben Isabel, uit Amsterdam, 23 jaar en volg een master in Business Administration; Change Management aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Ik werk voor Academica University of Applied Sciences, de jongste hogeschool van Nederland, en onder andere een expertisecentrum voor ontwikkelingen in het onderwijs.
Vroeger
De verhalen over Jezus kende ik een klein beetje. Ik was gedoopt en had de Eerste Communie gedaan. Daarna ben ik een tijdje actief geweest in de Evangelische kerk waar veel gelegenheid voor aanbidding van de Heer was met dans en zang, maar ik wist niet wie die Heer was. Toen ik ouder werd, verwaterde dat dan ook. Ik maakte mezelf wijs dat ik ook ergens anders kon dansen en zingen: in de club, op festivals of huisfeestjes. Daar verloor ik mezelf en werd omringd door mensen die met drank en drugs bezig waren.
Geloofsverdieping
Ik maakte rond mijn 16/17de de stap om mij meer te verdiepen in het geloof. Dit begon allemaal op huiswerkbegeleiding in Jeugdclub de Borcht. Ik belde aan, iemand deed open, en elke keer moest ik even wachten, omdat diegene knielde bij een kapelletje midden in het (club)huis. Ik dacht hier niet echt over na, maar na ruim een jaar dit mee te maken vroeg ik toch maar is; Waarom knielen jullie elke keer als jullie langs de kapel komen? Diegene vertelde mij dat Jezus daar binnen is en dat Jezus haar vriend is. Ze zei: stel je komt een vriendin tegen op straat. Wat doe? Loop je gewoon voorbij? Of groet je haar, maak je een praatje? Ik was een beetje verbaasd door het antwoord maar het had me wel aan het denken gezet.
“Waarom knielen jullie elke keer als jullie langs de kapel komen? Diegene vertelde mij dat Jezus daar binnen is en dat Jezus haar vriend is.”
Er begon bij mij een soort lichtje te branden. Dus, toen iedereen weg was, ben ik stiekem naar het kapelletje gegaan. Ik ben daar gaan zitten. En ik keek naar het tabernakel, wat voor mij op dat moment nog gewoon op een doos leek. En ik zei: “Oké, ik heb net gehoord dat u een vriend kan zijn. Zou u dan misschien ook mijn vriend willen of kunnen zijn?” Er gebeurde niks. Maar ik voelde een intense rust en vrede. En toen ik na een tijdje de kapel verliet, knielde ik ineens voor het tabernakel… En ik verliet stomverbaasd de kapel.
Een bijzondere vriendschap
Tijdens dat moment betekende christen zijn voor mij: voorzichtig een vriendschap aangaan met God. Ik voelde een sterke behoefte van binnen om hem te leren kennen. En hoe doe je dat? Door met hem om te gaan. Dus stapte ik over mijn “trots” heen, en vroeg om vorming. En zo groeide ik stapje voor stapje in mijn geloof. Gewoon door deze vriendschap met Jezus te onderhouden, door middel van het gebed. Al was het maar eventjes. Eventjes naar de kapel om te vertellen wat ik vandaag had meegemaakt, vragen om advies, of vertellen dat ik had gefaald. Want zo voelde ik mij soms .
Dubbelleven
Het was alsof ik twee levens leidde. Het ene moment naar huiswerkbegeleiding, mijn best doen voor school en de lieve dochter uithangen. Het andere moment Jezus parkeren, gewoon omdat ik even zin had om alles te vergeten en ik dacht dat drugs en alcohol daar de oplossing voor waren. Eigenlijk had ik geen idee wat ik aan het doen was, en ik besefte op dat moment ook niet dat het een beetje scheef was.
“Het ene moment naar huiswerkbegeleiding, mijn best doen voor school en de lieve dochter uithangen. Het andere moment Jezus parkeren, gewoon omdat ik even zin had om alles te vergeten en ik dacht dat drugs en alcohol daar de oplossing voor waren.”
Bekering
Deze bekering kwam pas, In een klein kapelletje in Torreciudad, een bedevaartsoord in Spanje, hier sprak Jezus tot mij in mijn gebed: “Isabel, je verleden maakt niet uit, ik ben hier voor jou, voor ons allen, aan het kruis gestorven omdat ik ontzettend veel van je hou.” Mijn dubbele leven sloeg ineens nergens meer op. Want Hij is overal en veroordeelt ons niet, Hij is je vriend en Hij wil alleen maar het beste voor jou, en daarom stierf hij aan het kruis. Ik ging biechten, wat ik ontzettend eng vond, maar het voelde als een dikke knuffel, die je ontvangt van Jezus. En ik ging naar de Mis, en ik ontving Jezus voor het eerst
sinds mijn eerste communie. Ik was toen 18, en de Mis werd mijn houvast. Het lichtpuntje, waar ik de kracht uit haalde om niet te vallen, en als ik me weer liet meeslepen, dan was ik altijd welkom, en kreeg ik die knuffel in de Biecht, en de kracht in de Mis, om door te zetten. Ik sprak gewoon steeds een simpele JA uit aan Hem.
Brief aan Jezus
En die zomer schreef ik een brief aan Jezus, om hem te bedanken voor zijn liefde en barmhartigheid, maar ook om hulp te vragen deze houvast en vrede die ik had ervaren, mee te nemen tijdens mijn alledaagse bezigheden en niet alleen als het “uitkomt”. En toen leerde ik de rozenkrans bidden. Daardoor voelde ik zo’n overweldigende liefde, dat ik voortaan elke dag een 10tje zou bidden om de aanwezigheid van Jezus te voelen. Hoe dieper deze vriendschap werd, hoe meer ik verlangde naar Hem. En hoe meer vrede ik ervoer. Het was niet makkelijk om te stoppen met “slechte” dingen, maar het werd wel makkelijker om Jezus lief te hebben en te beseffen dat ik een missie had.
Missie
Die missie begon in het klein, met die Weesgegroetjes voor speciale intenties, voor mijn vrienden, voor mijn familie. En die missie kreeg de ruimte om te groeien, door de vriendschap met Jezus. Ongeveer twee jaar later ging ik naar mijn eerste bezinningsweekend. Toen ik tijdens mijn bezinning weer in een kapelletje -deze keer bij Maria- zat, schreef ik een brief naar een vriendin. Ineens schreef ik op papier “Ik denk dat God iets van mij vraagt, ik denk dat Hij mij vraagt om numerair te worden, een roeping tot het Opus Dei, een universele roeping tot heiligheid midden in de wereld.” Ik schrok, en vroeg me af hoe ik ooit mijn hele hart aan God kon geven, want ik had toen al drie jaar een vriend. Na terugkomst vertelde ik hem, dat ik het gevoel had dat God iets van mij vroeg, maar liet het een beetje open. En toen de Advent begon, besloot ik elke dag naar de Heilige Mis te gaan, om elke dag Jezus dichtbij mij te hebben en te kunnen vragen wat hij met mij wilde. Dit ging maanden door. Intussen leefde ik door de inspiratie uit de mis, een christelijk leven.
“Ineens schreef ik op papier “Ik denk dat God iets van mij vraagt, ik denk dat Hij mij vraagt om numerair te worden, een roeping tot het Opus Dei, een universele roeping tot heiligheid midden in de wereld.”
Numerair
Voordat ik in april naar een internationaal congres vertrok, zei mijn vriend: “Er gaat iets gebeuren daar.” Dat ontkende ik uit angst. Maar toen ik daar plots de gelegenheid kreeg om met de vader van het Opus Dei te praten, vertelde ik hem over de uitdaging om niet een dubbelleven te leiden, of voor een oppervlakkig leven te kiezen. En hij zei niet wat ik moest doen, maar gewoon dat ik het moest doen. Ik wist diep van binnen dondersgoed wat ‘dat’ was. Later op Witte donderdag hoorde ik in elke kerk waar ik kwam “je kan dit, je doet het niet alleen, ik ben met je. En zodoende kreeg ik de kracht om mijn hele hart aan God te geven, omdat ik nooit alleen ben, want Jezus loopt elke stap mee.”
“Later op Witte donderdag hoorde ik in elke kerk waar ik kwam “je kan dit, je doet het niet alleen, ik ben met je.”
Boodschap
De boodschap die ik wil meegeven is dus dat je met Jezus een intense vrede ervaart. Ook al gebeuren er allerlei dingen om je heen, of zit je in de stress, of lijkt iedereen ineens tegen je te zijn. Ook al ben je 10 keer gevallen, Hij helpt je om 10 keer weer op te staan. Want met Jezus in je leven, leef je niet enkel meer voor jezelf. De alledaagse bezigheden worden ineens heel belangrijk, omdat je het doet uit liefde voor Hem, met Hem.
Wil je meer artikelen lezen? Neem een abonnement op Omega Magazine. Kijk daarnaast ook op onze Instagram en FB-pagina