King Herod’s song
In deze veertigdagentijd wordt bij Omega de ‘muziekbingo’ gespeeld. Elke dag komt er een nummer voorbij waarin de betekenis van de veertigdagentijd kan worden geproefd. Vandaag is dat “King Herod’s song” uit Jesus Christ Superstar.
Het is niet de eerste keer dat er een lied uit de musical Jesus Christ Superstar voorbijkomt, maar dit lied heeft toch een andere sfeer dan de andere. In tegenstelling tot Jezus, die inmiddels gearresteerd is, heeft Herodes zo te zien niets om zich zorgen over te maken; met ontbloot bovenlijf leunt hij achterover aan de rand van het water, op een soort kunstmatig eiland, omringd door vrouwen die ook op het zwembad gekleed zijn. Hij daagt Jezus uit om zijn macht te laten zien, maar Jezus reageert niet. Herodes lijkt ook geen reactie te verwachten: hij blijft maar praten (of zingen), zonder Jezus tijd te geven.
Aan het eind van het lied slaat de sfeer om. Herodes wordt boos, of in ieder geval geïrriteerd dat Jezus geen kunstje doet, en jaagt hem weg. Dat is ook wat er gebeurt in het passieverhaal volgens Lucas (23:6-12). Daar weet Pilatus niet zo goed wat hij met Jezus aan moet, maar als hij hoort dat Jezus uit Galilea komt, daagt er een oplossing. Omdat Pilatus namens Rome de provincie Judea bestuurt (waar Jeruzalem ligt), maar niet Galilea, stuurt hij Jezus door naar zijn collega-bestuurder Herodes, die toevallig net in de stad is. (Delegeren kun je leren!)
Maar omdat Herodes ook niks met Jezus kan, stuurt die hem weer terug naar Pilatus. Het lijkt dus niet geholpen te hebben, behalve één ding: Herodes en Pilatus zijn vanaf dat moment vrienden. Brengt Jezus zelfs zijn eigen tegenstanders nader tot elkaar?
‘I’m sure that you can rock / The cynics if You try’, zingt Herodes. Hijzelf is cynisch: hij heeft geen ruimte om Jezus te herkennen, omdat hij alleen sensatie wil. Een Jezus die een paar minuten leuk is om naar te kijken, maar die je vervolgens kunt wegswipen als je zin hebt in iets anders.
Het slechte voorbeeld van Herodes nodigt ons uit om in deze veertigdagentijd in de spiegel te kijken. Heb ik aandacht voor Jezus en voor mensen om me heen? Of swipe ik ze ook liever weg als ik moe van ze word?