Katholiek in een politiek landschap: een interview met Nicki Pouw Verweij
Door: Michel Letteboer en Linda de Valk
We zijn uitgenodigd in het Tweede Kamergebouw om een interview af te nemen bij Nicki Pouw Verweij, katholieke vrouw en Kamerlid voor JA21. We zijn ontzettend nieuwsgierig naar wat Nicki bewogen heeft om Katholiek te worden en hoe dit nu doorwerkt in haar politieke werk.
Als Nicki op de Middelbare school zit, ze is op dat moment veertien jaar, wordt ze eruit gestuurd bij Natuur- en Scheikunde. Een levensbepalende gebeurtenis, want in het strafkamertje raakt ze in gesprek met conciërge Sevanja, die haar vertelt over het christelijk geloof. Sevanja is lid van de nieuwtestamentische gemeente, waar een zeer persoonlijke en spirituele geloofsbeleving centraal staat. Dit spreekt Nicki wel aan, die ingaat op de uitnodiging om “gewoon eens langs te komen”. Het vormt het begin van een zoektocht naar God, die haar langs verschillende kerken voert, zelfs wanneer ze een tijdje in Amerika woont. Ze laat zich al die tijd nog niet dopen, want, zegt Nicki:
“Ik had wel mijn Herder gevonden maar niet mijn medeschapen”
Dat verandert wanneer ze in aanraking komt met de Rooms-Katholieke Kerk, waar haar broertje en later ook haar ouders zich laten dopen. Ervaringen van mensen zoals Jim Schilder, een journalist die priester werd, inspireren haar. Ze volgt in de Amsterdamse Nicolaasbasiliek de Alphacursus, die door diezelfde Jim Schilder gegeven wordt. Later ontmoet ze Rafael Ojeda, priester van de Onze Lieve Vrouwekerk in Amsterdam. Die koppelt Nicki, omdat ze arts is, aan een andere vrouwelijke arts. Samen lopen ze de hele catechismus van de Katholieke Kerk door. Dit brengt Nicki thuis: ze laat zich dopen in de Rooms-Katholieke Kerk. Natuurlijk is dit een beknopte versie van het verhaal, en verloopt een zoektocht naar God vol moeilijke momenten waarbij je Hem soms nauwelijks ervaart, of juist heel sterk. We vragen Nicki wat ze jonge katholieken adviseert om dichterbij God te komen.
“Wat ik zelf op dit moment heel fijn vind en wat ik dan met name jonge vrouwen aan zal raden is iets als Magnificat 90. Ik denk dat dat een hele mooie, gerichte manier is om een bepaald soort structuur te brengen in je hedendaagse geloofsbelevenis. Voor de mannen is er dan Exodus, dat doet mijn man, dat iets meer.. [lachend] “hardcore”. Afijn, dit soort gemeenschappelijke dingen zijn voor mij het belangrijkste. In je eentje gelovig zijn is belangrijk en je persoonlijke band met God is ook belangrijk, maar mijn ervaring is wel dat het heel veel makkelijker is als je een gemeenschap hebt om dat mee te delen.”
Naast Katholiek, én arts-onderzoeker (Nicki is onlangs gepromoveerd), is Nicki momenteel vooral bekend als politica van de rechtse partij JA21. Hoe werkt haar geloof door in haar werk in de politiek?
“Kijk, ik ben lid van een seculiere partij, dus we stemmen hier niet met de Bijbel in de hand, dus in die zin is het niet zo dat ik mij direct bij een stemming zal laten leiden door: ‘wat zou de Bijbel hierover zeggen’. Ik denk wel dat er een bepaald soort basispositie is in hoe je anderen benadert, wetende dat we allemaal kinderen van God zijn en allemaal door Hem in liefde geschapen zijn, en dat je daardoor een soort van basishouding hebt richting anderen. En ik ervaar dit vak, en ik denk dat dat ook heel erg katholiek is, als iets waarin je heel erg dienstbaar moet zijn. Ik denk dat je hier (in de Tweede Kamer, red.) altijd bezig moet zijn met: hoe kan ik het Nederlandse volk zo goed mogelijk dienen en hoe kan ik hen zo goed mogelijk recht doen, via het werk dat ik hier doe. En dat je je daar constant bewust van moet zijn. Wat het ook een zware verantwoordelijkheid maakt, meer dan een leuke baan. Gert Jan Segers (ChristenUnie, red.) had er ook hele mooie dingen over te zeggen in zijn afscheidsinterview. Die bracht het ook telkens terug naar die dienstbaarheid. Ik denk dat dat het sterkste aspect is, voor mij.
En waarin ik dus ook merk dat er wat dat betreft een sterkere match is
met andere gelovige collega’s dan met niet-gelovige collega’s buiten de fractie.”
Wat zien uw collega’s van uw geloof?
“We hebben het een keer gehad, tijdens het allereerste fractieweekend dat we hadden, dat was gepland met Pasen. En toen werd gezegd: we gaan op zondagochtend terug. Ik heb toen aangegeven dat ik zaterdagmiddag terug wilde gaan, ik vind paasochtend ontzettend belangrijk en om dan bij mijn gezin te kunnen zijn. Nou, dat vond men prima. Wat ik zelf even vergeten was daarin, was dat het in zou houden dat we dan van vrijdag tot zaterdag op dat weekend zouden zijn. Dus op Goede Vrijdag, zat ik op het fractieweekend. Toen heb ik samen met een van de collega’s die ook Katholiek is gezegd: oké, het kan nu even niet anders , we hebben dit zo gepland en wat we hier doen is ook heel belangrijk, dus ik kan hier niet omheen. Maar, ik wil tussen vier en vijf wil ik me even helemaal af kunnen sluiten en stoppen met het programma, want dan wil ik de Kruisweg kunnen bidden. Dat heb ik op de hotelkamer gedaan, met een laptop en de gebeden erbij, en de staties telkens door klikken, dat was even behelpen. Maar ik heb wel aangegeven dat dit iets van heel groot belang is voor mij, en dat is dan prima.”
Merk je dat er meer ruimte komt voor thema’s die je als katholiek aan het hart gaan?
Ik heb het idee dat het bij ‘jullie generatie’ conservatisme weer meer ‘on the rise’ is. Dat het weer normaler wordt om dingen te zeggen als: ‘ik vind abortus tot 24 weken eigenlijk niet top’. Of: ‘ik vind het gezin belangrijk en dat dat weer een belangrijkere positie moet krijgen binnen de samenleving’. Of: ‘er bestaat zoiets als een man of een vrouw’. En je merkt: er is natuurlijk een tegengolf. De “woke” ideologie is een soort religie op zich aan het worden en dat is een hele, hele luide minderheid. En je merkt juist, dat hoe harder zij schreeuwen, hoe meer de rest gaat denken van: ‘nou is het een keer klaar’. En dat er een tegenreactie komt.
Voel je je wel een geremd om een tegengeluid te geven?
“Ik ben me wel altijd heel erg bewust van het feit dat je al heel veel kan zeggen over instituties of over gedachtegoed en dat soort dingen, maar dat je heel voorzichtig moet zijn met wat je zegt over mensen. Dus als ik zo’n debat als het transgender debat voer, dan ben ik me er wel heel erg van bewust dat ik het heb over jongeren die heel erg worstelen met wie zij zijn. En dat als ik dan als een olifant door de porseleinkast heen ga stampen, ik daar meer mee kapot maak dan dat ik ooit kan repareren. Dus ik let wel op mijn woorden als het over mensen gaat. Ik vind het heel belangrijk om niet nodeloos te kwetsen.
“Maar het “woke” gedachtegoed als entiteit mag je, MOET je, bekritiseren, vind ik. En dat doe ik dus ook.”
Wat bracht je als katholiek bij de rechtervleugel van de politiek?
“Ik denk dat het heel belangrijk is dat er niet zozeer rechts, maar een conservatieve zuil terugkomt. We hoeven niet terug naar de verzuiling zoals die was, maar ik denk dat sindsdien er heel duidelijk een progressief geluid is, een socialistisch geluid, sociaaldemocratisch geluid, een liberaal geluid: heel sterk. Conservatief? Not so much. Het enige echte conservatisme vond je bij de ChristenUnie, en bij de SGP.”
SGP is voor katholieken natuurlijk…
“…Wat lastig, inderdaad! En het is juist heel opmerkelijk, want niet heel lang geleden kwam hier een hele groep met nonnen een Mariabeeld cadeau geven aan Kees van der Staaij als dank voor zijn strijd voor het ongeboren leven. Maar dan hebben we dus een rare ontwikkeling. Ik ben gek op Kees van der Staaij en de mannen van de SGP, de mannenbroeders noem ik ze altijd. Drie van de meest integere politici die we hebben en ik wil absoluut niet van ze af. Maar het is gek als ik als katholiek me het meest verbonden voel met de SGP. Dat zegt iets over ons politiek landschap en dat zegt iets over het failliet van de Katholieke politiek. En dan kijk ik ook een beetje verwijtend naar het CDA die de ‘C’ heel erg verwaarloosd hebben en daarin heel erg opgeschoven zijn. Dus als een conservatief katholiek die op bepaalde issues, zoals EU maar bijvoorbeeld ook over immigratie, om maar eens wat te noemen iets meer aan de rechterkant zit, heb je een probleem. En ik denk dat dat is waarom Forum [voor Democratie] ook voor veel gelovigen zo’n succes was, en dat is voor mij de reden geweest om te zeggen, na Forum: die conservatieve zuil moet er komen, conservatief-liberaal dan, zolang het conservatieve er maar komt. En ik denk dat dit de beste manier is daarvoor. ChristenUnie bedient dan wat meer de linkerflank, dat doen ze heel goed, heb ik ook geen kritiek op en daar kan ik prima mee samenwerken. Maar zeker het CDA doet dat niet meer. Conservatieven stemmen geen CDA. Maar waar moeten ze dan naartoe? Hopelijk naar ons.”
“Niet heel lang geleden kwam hier een hele groep met nonnen een Mariabeeld cadeau geven aan Kees van der Staaij als dank voor zijn strijd voor het ongeboren leven.”
Nicki Pouw Verweij is in de Tweede Kamer ook woordvoerder op het onderwerp onderwijs. Hoe zou volgens haar het katholieke geloof het onderwijs kunnen verrijken?
“Dit is een van de redenen waarom ik artikel 23 (Grondwet, vrijheid van onderwijs, red.) zo ontzettend belangrijk vind. Wat denk ik ook de reden is dat kinderen van bijzondere scholen, het religieus onderwijs dus, het beter doen dan kinderen van openbare scholen. Omdat dit soort kernwaarden… dat doordrenkt alles. Als je met zo’n basis opgevoed wordt. Als jou verteld wordt dat je je dienstbaar moet kunnen maken en dat het goed is om te leren wanneer je je groot moet maken maar ook juist wanneer je je weer klein moet maken. Dat knielen oké is. En dat een beetje leed bij het leven hoort maar dat dat ook juist een manier is om nader tot God te komen. En dat God heel veel van je verwacht en van je verlangt maar ook op je meest nederige momenten van je houdt. Ik denk dat dat allemaal dingen zijn die gewoon het dagelijks op school zijn en je best doen heel veel makkelijker maken.”
Tot slot: zou de Kerk zich in Nederland meer moeten uitspreken over politieke thema’s?
“Ja. Ik heb hier laatst nog een debat over gevoerd bij Dit Is De Dag. Kardinaal Eijk had gezegd dat hij vond dat de paus met een gender encycliek moest komen. En toen zei ik: ‘dat vind ik een goed idee’. Ik denk dat er op dit moment zo’n sterke strijd is vanuit dingen die echt haaks staan op de overtuigingen van het katholieke geloof en die het ook actief ondergraven. En dus vanuit de ‘woke’ ideologie een aanval op structuren, de structuur van het gezin, het basale man en vrouw zijn, kinderen al heel vroeg met die ideologie doordrenken op een manier die ze onzeker maakt over zichzelf, over wie zij zijn. Ik denk dat we daar een antwoord op moeten bieden. Ik denk dan ook dat het goed is als daarin wat meer richting gegeven wordt, door de bisschoppen, door de paus en door de Kerk als geheel. Herder, hoedt uw schapen.”