Wonder Challenge: dag 5 – Aura’s zien en lezen.
Tijdens de Wonder Challenge gaan we dieper in op de betekenis van wonderen. En dan niet alleen de spectaculaire activiteiten die plaatsvonden tijdens het leven van Christus, maar ook de bijzondere gebeurtenissen rond heiligen, en zelfs de zaken die we in het leven heel normaal vinden. Vandaag is het de beurt aan… aura’s!
Je kent vast de uitspraak: “jij straalt helemaal!” En dat is dan niet omdat iemand een bezoekje heeft afgelegd aan Tsjernobyl, maar meestal omdat iemand ergens heel erg blij of gelukkig over is. Net als Mozes straalde na zijn ontmoeting met God! De glans die mensen over zich kunnen hebben na een bijzondere prettige ervaring, zouden we kunnen zien als… een aura!
Maar hoe past het idee van aura’s eigenlijk binnen het katholieke geloof? Kunnen we iets leren van ons geloof over het idee van een ‘innerlijk licht’ of ‘geestelijke uitstraling’? Dit artikel neemt je mee in de katholieke visie op innerlijke schoonheid, licht en de roeping om Gods liefde uit te stralen.
Aura’s in de Bijbel? Het licht van Mozes en Jezus
De Bijbel spreekt weliswaar niet letterlijk over aura’s, maar we lezen wel over mensen die door Gods aanwezigheid of het werk van de Heilige Geest beginnen te stralen. Denk aan Mozes: wanneer hij van de berg Sinaï afdaalt na een ontmoeting met God, blijkt zijn gezicht zo helder te stralen dat het volk Israël er zelfs niet recht naar kan kijken (Exodus 34:29-35). Deze glans is een zichtbaar teken van zijn ontmoeting met God.
Ook in het Nieuwe Testament komt dit thema terug, bijvoorbeeld bij de gedaanteverandering van Jezus op de berg. In Matteüs 17:2 lezen we dat “Zijn gezicht straalde als de zon en zijn kleren werden wit als het licht.” In beide gevallen laat de Bijbel zien dat een ontmoeting met God zorgt voor een diepe innerlijke verandering, die zelfs zichtbaar kan worden aan de buitenkant. Hoewel wij misschien niet letterlijk licht uitstralen, worden we wel opgeroepen om het licht van Christus uit te dragen.
Heiligen en hun innerlijke licht
Door de eeuwen heen lezen we in de levensverhalen van verschillende heiligen over een bijzondere uitstraling of innerlijke vreugde die hen kenmerkte. Denk aan de heilige Franciscus van Assisi, die alles opgaf om in eenvoud en liefde voor God te leven. Men zei dat hij “gloeide” van liefde voor Christus, en zijn vreugde en eenvoud waren aanstekelijk voor iedereen om hem heen.
Deze heiligen leerden ons iets belangrijks: hun uitstraling kwam niet voort uit een magische kracht of een mystieke energie, maar uit hun diepe band met Christus. Door dicht bij God te leven, straalden zij Zijn liefde uit naar anderen. Dit innerlijk licht is waar het bij de katholieke interpretatie van ‘aura’ om draait.
Een jonge Franciscaan vertelde ooit dat hij bad om de gave om “de ziel van mensen te zien.”
Spirituele gevoeligheid: luisteren naar de Geest
Paulus schrijft in de eerste brief aan de Korintiërs (12:4-11) over de verschillende gaven die de Heilige Geest ons schenkt. Een van die gaven is het vermogen om gevoelig te zijn voor de noden en stemmingen van anderen. In die zin zou je kunnen zeggen dat “aura’s zien” voor katholieken betekent dat we ons openstellen voor de leiding van de Geest, zodat we liefdevol kunnen reageren op de behoeften van de mensen om ons heen.
Als katholieken geloven we dat de Geest ons helpt om niet alleen naar het uiterlijk te kijken, maar ook het innerlijk te zien. Een jonge Franciscaan vertelde ooit dat hij bad om de gave om “de ziel van mensen te zien.” Hij bedoelde hiermee dat hij anderen wilde kunnen zien door de ogen van Christus – en zo zijn we allemaal geroepen om naar anderen te kijken, met liefde en zonder oordeel.
Zien door de ogen van Christus: onze roeping om te stralen
Waar het uiteindelijk om draait, is dat we worden opgeroepen om het licht van Christus te laten stralen. Jezus zei immers: “Laat zo uw licht schijnen voor de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader, die in de hemel is, verheerlijken” (Matteüs 5:16). Ons “aura” is daarmee geen magische uitstraling, maar de vreugde, vrede en liefde die we als christenen door ons leven heen mogen uitstralen.
Denk maar eens aan de vruchten van de Heilige Geest (Galaten 5:22-23): liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Wanneer wij ons dagelijks inzetten om deze vruchten zichtbaar te maken, gaan we vanzelf stralen. Ons innerlijke licht – ons ‘aura’ – is dan niets anders dan de aanwezigheid van de Geest in ons leven.
Praktisch: Hoe kunnen wij ons licht laten stralen?
- Leven in gebed: Door tijd te nemen voor gebed, laten we Gods licht in ons hart binnen. Gebed verandert ons, zoals het ook Mozes en Franciscus veranderde.
- Openstaan voor de noden van anderen: Wanneer we om ons heen kijken met de ogen van Christus, zijn we meer gericht op de noden van anderen en minder op onszelf.
- Werken aan de vruchten van de Geest: Elke dag kunnen we ons afvragen: hoe straal ik Gods liefde uit? Door liefde, geduld en goedheid te oefenen, maken we ruimte voor de Geest om door ons heen te werken.
- Het voorbeeld van de heiligen volgen: De levens van heiligen zoals Franciscus kunnen ons inspireren om Gods licht door ons heen te laten schijnen. Zij zijn het bewijs dat heiligheid ons werkelijk een “stralende” aanwezigheid kan geven.
Conclusie: Onze “aura” is Gods licht in ons
Hoewel het idee van een aura misschien mystiek klinkt, draait het in het katholieke geloof vooral om onze innerlijke band met Christus en de vruchten van de Geest die daardoor zichtbaar worden. Wanneer wij ons licht laten stralen, zijn we getuigen van de liefde van God, en zo worden wij zelf een “stralend licht” voor anderen.
Dus, de volgende keer dat je denkt aan aura’s en uitstraling, vraag jezelf dan eens af: “Hoe kan ik het licht van Christus laten schijnen in mijn leven?”