Paus pleit voor wereldwijde broederschap

Dit artikel is komt van Katholiek Leven en is geschreven door Jan Peeters. 

In zijn nieuwe encycliek ‘Fratelli tutti’ (Allen broeders) dringt paus Franciscus aan op het belang van hernieuwde wereldwijde broederschap om de toenemende verdeeldheid en spanningen te overwinnen. Zaterdag 3 oktober reisde hij naar Assisi om het document te ondertekenen op het graf van Sint Franciscus, wiens leven de grote inspiratiebron is voor ‘Fratelli tutti’.

Paus Franciscus dringt er bij alle mensen van goede wil op aan om wereldwijde broederschap te bevorderen door dialoog en de liefde voor de naaste boven eigenbelang te plaatsen.

Hij haalt daarbij onder meer het voorbeeld aan van Sint Franciscus, die ten tijde van de Kruistochten naar Egypte reisde om te pleiten voor vrede en dialoog. Hij was daarbij niet uit op een discussie of het opleggen van een visie, “maar hij verspreidde gewoon de liefde van God. Zo werd hij een vader voor iedereen en inspireerde hij het visioen van een broederlijke samenleving”, aldus de paus.

In de encycliek brengt hij bekende thema’s over broederschap en solidariteit samen waarover hij al eerder zijn grote bezorgdheid heeft geuit. Hij gaat ook uitgebreid in op het document over broederschap en wereldvrede dat hij in 2019 in Abu Dhabi ondertekende samen met sjeik Ahmed el -Tayab, groot-imam van de Al-Azhar, het hoogste religieuze gezag van de soennitische islam.

De paus pretendeert geen alomvattende leer over de broederlijke liefde aan te bieden, maar “een bescheiden bijdrage” aan het denken over een nieuwe visie op broederschap en sociale vriendschap. Die moet het antwoord vormen op de huidige tendens “anderen te elimineren of te negeren” en mag dan ook niet bij woorden blijven.

De coronapandemie, die uitbrak terwijl Franciscus aan de encycliek werkte, laat volgens hem zien hoezeer mensen bouwen op schijnveiligheid en dat alleen nauwe internationale samenwerking een effectief antwoord kan geven op de crisis.

Voorafgaand aan de ondertekening vierde paus Franciscus de eucharistie bij het graf van St.-Franciscus.

Hij wijst in dat kader onder meer op de schadelijke consequenties van het egoïstische financiële gewin waaraan op talloze manieren miljoenen mensenlevens worden geofferd. Hij spreekt onder meer over de wegwerpcultuur, grootschalige mensenhandel, uitbuiting en buitensluiten van medemensen alsof zij ‘barbaren’ en ‘rovers’ zijn.

Opvallend is ook zijn scherpe aanval op de vijandschap die via de moderne communicatiemiddelen wordt gevoed. “In de wereld van vandaag is het gevoel te behoren tot een grote menselijke familie aan het vervagen, en lijkt de droom van samenwerking voor rechtvaardigheid en vrede een verouderde utopie”, schrijft hij. De paus ageert tegen “een geglobaliseerde onverschilligheid”, terwijl we niet beseffen “dat we allemaal in hetzelfde schuitje zitten.”

Maar vooral internet biedt ook enorme mogelijkheden voor ontmoeting en solidariteit. Het is “een geschenk van God”, aldus Franciscus. Het is echter noodzakelijk ervoor te zorgen dat internet en andere moderne communicatiemiddelen ons richten op de ontmoeting met anderen, op waarheid, dienstbaarheid, nabijheid en het algemeen welzijn. We kunnen niet “een digitale wereld accepteren die is ontworpen om onze zwakte uit te buiten en om het slechtste in mensen naar boven te halen.”

“We moeten erkennen dat we voortdurend geneigd zijn om anderen te negeren, vooral de zwakken.”

Daartegenover stelt Franciscus de gelijkenis van de goede Samaritaan als een model van de menselijke broederschap. “We moeten erkennen dat we voortdurend geneigd zijn om anderen te negeren, vooral de zwakken. Laten we toegeven dat we, ondanks alle vooruitgang die we hebben geboekt, nog steeds ‘analfabeet’ zijn als het gaat om het begeleiden, verzorgen en ondersteunen van de meest kwetsbare leden van onze ontwikkelde samenlevingen.”

De paus onderstreepte dat racisme een bedreiging blijft, te vergelijken met een virus dat “snel muteert en, in plaats van te verdwijnen, onderduikt en op de loer blijft liggen.” Ook “verborgen ballingen”, zoals mensen met een handicap, moeten worden aangemoedigd om volledig deel te nemen aan de samenleving. Individualisme “maakt ons niet meer vrij, meer gelijk, meer broederlijk”. Er is daarentegen een “universele liefde” nodig die de waardigheid van ieder mens nastreeft en bevordert.

Geef een antwoord