De Centrale

Door: Bego Fernandez Lacabe

Sneak peek! We zijn nog druk bezig met het thema Vrouw! Maar ondertussen richten wij onze blik ook alweer op het volgende thema! Hieronder volgt een artikel dat ontzettend goed bij ons volgende thema past. Kun jij raden wat het volgende thema zal zijn?

De primaire energiebronnen (de zon, de wind en het water: God) bestaan al sinds de schepping. Deze, evenals elk schepsel, bevatten een spoor van de Bron van de elektriciteit. Na de grote kortsluiting (erfzonde) was de leiding waar de elektriciteit doorheen ging gebroken. Het werd donker in het binnenste van de schepselen.

Jezus, zoon van de Bron, kwam om in het binnenste van de schepselen warmte en licht te brengen. Hij nam met zich mee de geestelijke elektriciteit (energie opgewekt uit de primaire energiebronnen). Voordat deze uitgedeeld werd, heeft Jezus drie jaar lang zijn medewerkers onderwezen in het gebruik van deze nieuwe vorm van energie.

Na de verrijzenis, onderdeel van het paasmysterie, stelde Jezus de Elektrische Centrale in (de Katholieke Kerk) waaruit de geestelijke elektriciteit in de loop der tijden uitgedeeld zou worden. Dit zou gebeuren wanneer de huizen (zielen) bij de Centrale (het Doopsel) zouden worden aangesloten. Aan het oorspronkelijke spoor van elektriciteit dat elk huis had werd de stroom van de nieuwe leiding toegevoegd (de wedergeboorte bewerkt door het Doopsel). Hierdoor kreeg ieder aangesloten huis (christen) een nieuw leven. Voordat Jezus vertrok, koos hij 12 managers voor de leiding van zijn Centrale en gaf hun de opdracht om op tocht te gaan en huizen bij de Centrale aan te sluiten in zijn Naam. Maar Jezus blijft de Generator van de genade en het Hoofd van de Centrale en werkt via zijn managers door. De officiële opening van de Centrale vond plaats op Pinksteren (Vormsel), waar de eerste managers de eerste huizen (zielen) aansloten bij de Centrale.

Op een bepaald moment begon deze nieuwe elektriciteit bekend te worden in de omtrek; de oudere elektriciteit werd opgewekt door gas en de eigenaars van déze centrale (joden) wilden de nieuwe vorm van energie niet aanvaarden en begonnen jaloers te worden door de snelle verspreiding ervan. Want veel huizen stapten over op deze nieuwe vorm. Er kwamen steeds meer huizen bij, de managers kwamen er niet meer aan toe om zo veel huizen steeds aan te sluiten bij de Centrale, waardoor ze besloten om medewerkers (priesters) aan te nemen voor deze taak. Deze zouden dan zorgen voor de aansluiting van nieuwe huizen.

Naast deze medewerkers namen ze ook andere aan (diakens) die voor de administratie en de kleine reparaties zouden zorgen bij huizen met een zwakkere infrastructuur (economische zaken regelen en zorgen voor de zieken en weduwen). Alle nieuwe medewerkers waren met een permanent contract in dienst genomen en met een volle beschikbaarheid van 24/7.

De nieuwe huizen die werden aangesloten bij de Centrale kregen dan een hele leiding door het huis die hun het vermogen gaf om gebruik te kunnen maken van de geestelijke elektriciteit (de genade). Bij de eerste aansluiting kwamen er veel voordelen mee:

  • Een hele nieuwe leiding (nieuw leven)
  • Uitstorting van geestelijke elektriciteit (genade)
  • De aflossing van alle openstaande facturen met de vorige maatschappij (vergeving van de erfzonde en van de persoonlijke zonden tot dan toe begaan en van alle verdiende straffen)
  • Gelijkvormig met de Centrale worden (algemeen priesterschap) en deelnemen hieraan (inlijving bij de Kerk)
  • Het installeren van verschillende stopcontacten om de elektriciteit in verschillende vormen te kunnen ontvangen (de andere Sacramenten).

Deze aansluiting kan niet teruggedraaid worden, aangezien daarvoor het hele huis helemaal vernietigd en opnieuw opgebouwd zou moeten worden (onmogelijk, aangezien een mens niet 2 keer geboren kan worden).

Dit leed soms tot discussie doordat sommige kinderen al vanaf klein bij de maatschappij waren aangesloten zonder daarmee te hebben ingestemd. Maar wie zou iemand willen ontnemen van de kans om deze leiding al te hebben die jou het vermogen geeft om een band te bouwen met de Centrale (een band met Jezus Christus)?

Bij kleine storingen waarmee het licht uit ging (zonden) moesten de zekeringen weer omgezet worden (akten van berouw). Bij grotere storingen was het nodig om een technicus erbij te halen, deze moest zijn van het eigen elektrische maatschappij natuurlijk, anders hadden ze niet het verstand en de bevoegdheid om de werkzaamheden succesvol uit te voeren (Sacrament van de Biecht). De medewerkers konden wel in geval van nood hun dienst verlenen aan huizen die niet aangesloten waren bij de grote centrale, maar dit waren concrete gevallen onderworpen aan specifieke eisen. Om gebruik te maken van de leiding maakte men gebruik van de stekker (Eucharistie) waarmee het huis (de ziel) opgenomen werd in de Elektrische Centrale (het leven van Christus).

In de loop van de geschiedenis hebben sommige medewerkers hun contract met de Centrale verbroken (schisma) en daarmee ook een aantal huizen meegesleept. Maar de Bron beperkt zich niet tot de aangesloten huizen om zijn geestelijke energie uit te storten: er zijn ook andere vormen om de elektriciteit rechtstreeks te krijgen: bijvoorbeeld zonnepanelen. Meestal kan een huis met dit soort elektriciteit alleen zichzelf voorzien. Dit is namelijk afhankelijk van de weersomstandigheden, aangezien er meer of minder zon doorheen kan gaan (geloof).

Na een aantal jaren (wanneer de ‘jaren van verstand’ bereikt zijn) kan de eigenaar van het huis kiezen om een versterker aan te schaffen (het Vormsel). Voor het geval dat de aanleg van de leiding al eerder plaats heeft gevonden moet er een onderhoudsbeurt van deze worden gedaan (hernieuwing van de doopbeloften). De leiding moet wel in goede staat zijn (in staat van genade), en de eigenaar moet bewust zijn dat deze versterker naast alle voordelen ook de verantwoordelijkheid met zich meebrengt om bron van lichte en warmte te zijn daar waar hij zich bevindt. Deze versterker biedt verschillende voordelen:

  • Bekrachtiging van de aansluiting bij de Centrale (Kerk);
  • Capaciteit om het licht en de warmte door te geven en van de wereld een warm en verlicht thuis te maken (Jezus’ werk te doen en de wereld te veranderen);
  • Kracht om het licht van de Centrale te verspreiden en te verdedigen;
  • Bijzondere functies: satellite view (wijsheid), extra verdieping in de kennis van de geestelijke elektriciteit (verstand en wetenschap), standvastigheid om onweer te kunnen doorstaan (sterkte), advies om om te gaan met elektrische kortsluiting (raad). Deze functies brengen met zich mee een diepe bewustwording van de afhankelijkheid van de Centrale (godsvrucht) en voorzichtigheid om de leiding goed te beschermen en deze niet te beschadigen (vreze des Heren)

Deze versterker kan alleen door een van de managers geïnstalleerd worden (bisschoppen), in bijzondere gevallen kan de installatie worden uitbesteed aan een van de medewerkers (priesters). Het proces van aansluiting kan niet worden omgedraaid (prent karakter in).

Later, een paar eeuwen na de instelling van de Centrale, heeft deze duidelijk gemaakt dat de aansluiting van de leiding en de installatie van de versterker via een standaardprocedure volgen. Hierdoor hebben de kwaliteiten en capaciteiten van de managers en medewerkers geen invloed op de succesvolle installatie zolang zij zich maar aan de standaardprocedure houden (ex opere operato).

Voor het functioneren van de leiding is het belangrijk bij de installatie te benadrukken welke de bron van de geestelijke elektriciteit is (In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest) en de stroom door de leiding te laten lopen (onderdompeling van de dopeling in het water). Als er in geval van nood nog geen leiding in een huis is aangelegd, is iedereen in staat om dit huis bij de Centrale aan te sluiten (nooddoopsel).

Bij de installatie van de versterker is behalve de aanleg van een bijzondere stekker (heilig chrisma) op het dak van het huis (hoofd) ook nodig dat de manager de goede code uitspreekt terwijl hij zijn handen op het huis legt (handoplegging en de woorden: “Ontvang het zegel van de heilige Geest, de gave Gods”). Vanaf het moment dat beide procedures plaats hebben gevonden stroomt de elektriciteit automatisch door de leiding en de versterker heen.

Deze twee Sacramenten prenten karakter in: deze geven het blijvende potentiële vermogen om de geestelijke energie te kunnen ontvangen, maar dan is het aan de eigenaar van het huis om gebruik hiervan te willen maken.

Als eigenaar van een van de aangesloten huizen ben ik nog meer van bewust geworden dat:

Et in meditatione mea exardescit ignis. En in mijn meditatie wordt er een vuur ontstoken. Daarom ga je bidden: om een levend vuur te worden, dat warmte en licht geeft -De Weg, 92-

  • Mijn roeping als generator/doorgeefluik is om goed aangesloten te zijn op de bron
  • en met mijn licht en warmte, de huizen om mij heen aan te moedigen om contact te nemen met de medewerkers van de Centrale
  • Op die manier hoop ik dat ze zich bij de Centrale willen aansluiten
  • Aangezien mijn eigen licht en warmte te kort schieten
  • In vergelijking met een leven in de Bron

Ik zou willen dat je gedrag en je gesprekken zodanig waren, dat allen die je zien of horen spreken, zouden kunnen zeggen: die is aangesloten op de Centrale van Jezus Christus

 

 

Wij bedanken Bego voor haar mooie bijdrage!

 

Wil je meer artikelen lezen? Neem een abonnement op Omega Magazine. Kijk daarnaast ook op onze Instagram en FB-pagina 

Geef een antwoord